Dierenwelzijn uit de doeken
Zo’n 92% van de schapen in België wordt ritueel onverdoofd geslacht, in Nederland gaat het jaarlijks om zo’n 2 miljoen dieren. Allerlei dieren worden ingezet voor het verkrijgen van melk, eieren, vlees of bont. Jaarlijks worden zo’n duizend miljard (!) vissen gevangen; zeeën worden leeggevist onder het mom van gezondheidsredenen. Van koeien, varkens en kippen tot vissen. Allerlei soorten dieren worden door de mens ingezet om economische en andere redenen en ze hebben het goed. Althans volgens ons. Ze worden inderdaad voorzien van voedsel, krijgen huisvesting en bescherming en worden gevrijwaard van ziekten, maar hoe voelt zo’n dier zich zelf? Weten we dat eigenlijk wel? Hoe zit het met het welzijn van onze nutdieren?
We komen van erg ver: bij de oude Egyptenaren stonden dieren gelijk aan mensen. Er was groot, zelfs goddelijk respect voor dieren. Veel later ebde dat respect dan weer zo goed als helemaal weg. Zo schreef Tomas van Aquino (1225–1274), op wiens geschriften een groot deel van het Rooms-katholieke geloof is gebaseerd, dat dieren ondergeschikt zijn aan mensen, met als grote onderscheid de menselijke ziel die de essentie uitmaakt van het bestaan. Tegenwoordig wordt dierenwelzijn veelal emotioneel ervaren, met niet vaak wetenschappelijk verantwoorde besluiten op politiek niveau als gevolg.
Een begrip dat veel terugkomt in de soms oververhitte discussies omtrent het welzijn van dieren her en der ter wereld – boven en onder water – is “bewustzijn”, het hebben van een ziel. Dieren hebben geen bewustzijn. Dat is toch wat algemeen beweerd wordt. Maar is dat wel zo?
In simpele bewoording gaat bewustzijn over het al of niet hebben van een ziel. Volgens een meer ethologisch-wetenschappelijk benadering kunnen we een aantal niveaus van bewustzijn onderscheiden (van laag naar hoog ):
1. Aandacht 2. Werken met symbolen en abstracte ideeën 3. Anticiperen en plannen 4. Erkennen van zichzelf en van anderen 5. Esthetische en ethische normen
1. Aandacht
Dit bewustzijnsniveau is bij dieren onmiskenbaar aanwezig. Denk maar aan een kat die haar aandacht richt op een muis om deze laatste te overmeesteren.
2. Werken met symbolen en abstracte ideeën
Wij, mensen, gebruiken woorden om ons uit te drukken. Als ik het heb over een spons, dan weet u meteen waar het over gaat; de spons is een symbool. Bij bijvoorbeeld mensapen is het onmogelijk om te kunnen praten, puur fysiologisch dan: hun strottenhoofd is te hoog gepositioneerd, net zoals bij kleine kinderen. Wel zijn mensapen in staat zinnen te formulieren met behulp van bepaalde vooraf aangeleerde vormen. Leer een chimpansee dat een kubus staat voor “bananen”, een zon voor “zijn” en een pijl voor “geel”. Het dier is in staat te communiceren met onderzoekers door gebruik te maken van een aangepaste computer met symbolen op het uitgebreide toetsenbord: kubus + zon + pijl.
3. Anticiperen en plannen
In dit niveau gaat het over planmatig handelen, met de duidelijke mogelijkheid van een vooropgesteld doel, wat alleen mogelijk is met enige vorm van bewustzijn. Het volgende werd waargenomen door een groep onderzoekers. Een mannelijke, eerder zwakke baviaan was op het spoor gekomen van een uit de kluiten gewassen soortgenoot, volop smullend van een massa lekkere rapen. De zwakke baviaan ging op zoek naar zijn moeder en begon luid te krijsen, een teken voor moeder dat zoonlief wordt aangevallen. De moeder joeg de andere baviaan weg en zo kon het eerste – slimme – dier aan de slag met de veroverde rapen. Toekomstgericht handelen, zonder twijfel.
4. Erkennen van zichzelf en van anderen
Zet een baby voor een spiegel en hij herkent zichzelf niet. Baby’s hebben geen bewustzijn, geen besef van een eigen bestaan. Enkele proeven met hoogontwikkelde zoogdieren heeft aangetoond dat zij wel degelijk beschikken over een vorm van zelferkenning. Breng bij een slapende chimpansee met een lik verf een felgekleurde stip aan op het voorhoofd. Als het dier voorbij een spiegel wandelt merkt hij dadelijk dat er iets verandert is en binnen de kortste keren raakt hij met een vinger zijn voorhoofd om te onderzoeken wat er precies aan de hand is. Deze proef werd jaren geleden uitgevoerd en dient als duidelijk bewijs dat tenminste ook mensapen over een ik-besef beschikken.
5. Esthetische en ethische normen
Dit is het hoogste niveau van bewustzijn. Mensapen die (in het kader van een proefopstelling) aan het schilderen gaan, tonen een degelijk inzicht in hun eigen creaties: er is evenwicht, het gebruik van bepaalde kleuren komt overeen met emoties, enzovoort. Er is ook een duidelijk einddoel voor ogen, waardoor het schilderij niet kan worden weggenomen vooraleer zij vinden dat het werk is afgewerkt. Dit is niet mogelijk zonder een minimaal esthetisch aanvoelen.
Conclusies
Een zeker juiste conclusie is dat hogere dieren zich bewust zijn van hun omgeving. Het volstaat dus niet om eenvoudigweg te zeggen dat er een opsplitsing bestaat tussen het bewustzijn van mensen en dat wat dieren ervaren; het gaat meer over een continuüm. Dat het menselijk bewustzijn veel hoger staat dan dat van andere soorten impliceert niet dat het bestaan ervan bij andere soorten kan ontkend worden. Gedragsbiologen spreken over een exponentiële toename van het bewustzijn, waarbij de toename bij hogere zoogdieren heel snel gaat.
Discussies over wantoestanden in de visserijsector of de intensieve veeteelt mogen dan ook meer vanuit het standpunt van de dieren bekeken worden, net omdat zij beschikken over cognitieve kenmerken, hebben besef van toekomst en van gevoelens van honger, ziekte en emoties, zowel positief als negatief. Dieren ervaren dus in meer of mindere mate een zekere vorm van bewustzijn. Meer dan dit zijn ze zich ook bewust van pijn – ze voelen pijn en er zijn voldoende wetenschappelijke rapporten die bewijzen dat pijn een negatieve emotionele inkleuring heeft bij dieren.
Gelukkig worden steeds meer inspanningen gedaan om het welzijn van onze nutdieren te verbeteren, alsook in onze wetgevingen. Gisteren raakte bekend dat in België een stappenplan is goedgekeurd om kooien in de intensieve konijnenhouderij te bannen: vanaf 2016 moeten alle vleeskonijnen in parksystemen worden gehouden. België speelt hier een belangrijke pioniersrol omdat het betreffende stappenplan voortdurend zal getoetst worden aan wetenschappelijke inzichten.
Die parkomgeving in België lijkt me interessant. Ga ik volgen.
Ik heb onlangs een gerelateerd artikel gelezen. Dat ging over denken door honden. Er schijnen steeds meer gedragsbiologen te twijfelen of honden misschien niet tóch een vorm van denken toegeschreven kan worden. Ben vergeten waar ik het gelezen heb. Misschien heb ik het bewaard. Dan moet ik het tegenkomen in mijn archief.