Beschrijf nieuwe soorten Chlorociboria (Fungi, Ascomycota)

Probleemstelling

Fungi in de klasse Leotiomycetes zijn erg divers, zowel in morfologie als in hun ecologie. De meeste Leotiomycetes vormen kommetjes of apothecia met inoperculate asci. Er zijn momenteel 6.440 beschreven soorten in 53 families en 630 geslachten, maar de grote meerderheid van de diversiteit aan Leotiomycetes blijft onbeschreven. Deze zwammen worden vaak over het hoofd gezien in het veld, deels vanwege hun kleine formaat of het ontbreken van een vruchtlichaam. De grootste huidige uitdagingen bij het bestuderen van Leotiomyceten zijn het gebrek aan begrip over (1) de relaties op subklasseniveau binnen deze groep, (2) de diversiteit van taxa die uitsluitend worden gedetecteerd door eDNA-onderzoek, en (3) de ecologische en functionele rollen van onbeschreven taxa in onze ecosystemen.

Doelstelling

Leotiomycetes worden gevonden op alle continenten behalve Antarctica. De taxonomie van de groep is vooral bestudeerd geweest op basis van de diversiteit in West-Europa en de Verenigde Staten. Dit heeft ervoor gezorgd dat tropische locaties alsook het hele Afrikaanse continent onbestudeerd blijven. Van de 630 geslachten in de klasse, zijn er 85% gebaseerd op soorten uit gematigd Europa. Deze bachelorproef heeft als doel om enkele collecties van het geslacht Chlorociboria uit Honduras te beschrijven. Collecties werden verzameld tijdens gestandaardiseerd veldwerk in het kader van lange-termijn monitoring van fungi in the Parque Nacional de Cusuco. DNA-sequenties tonen aan dat het om meerdere verschillende soorten gaat. De student die deze bachelorproef aangaat heeft de kans om met unieke nieuwe soorten zwammen te werken. Hij of zij maakt kennis met integratieve taxonomie, microscopische technieken en fylogenieën, alsook wat het inhoudt om nieuwe soorten te beschrijven voor de wetenschap. De resultaten van deze bachelorproef zullen worden gepubliceerd in een gepeerreviewed tijdschrift.

Referenties

Dixon JR. 1972. A monograph of the genera Chlorosplenium, Chlorociboria, and Chlorencoelia (Helotiales). Doctoral dissertation, Cornell University.

Dixon JR 1975. Chlorosplenium and its segregates II. The genera Chlorociboria and Chlorencoelia. Mycotaxon 1(3): 193-237. [pdf]

Grupe II AC, Smith ME, Weier A, Healy R, Caiafa MV, Pfister DH, Haelewaters D, Quandt CA. Two new species of Phaeohelotium (Leotiomycetes: Helotiaceae) from Chile and their putative ectomycorrhizal status. Fungal Systematics and Evolution 10: 231-249. https://doi.org/10.3114/fuse.2022.10.10 [pdf]

Haelewaters D, Filippova NV, Baral H-O. 2018. A new species of Stamnaria (Leotiomycetes, Helotiales) from Western Siberia. Mycokeys 32: 49-63. https://doi.org/10.3897/mycokeys.32.23277 [pdf]

Johnston PR, Park D. 2005. Chlorociboria (Fungi, Helotiales) in New Zealand. New Zealand Journal of Botany 43(3): 679-719. https://doi.org/10.1080/0028825X.2005.9512985 [pdf]

Lauwers C. 2023. New species of Leotia from Africa (Fungi, Ascomycota). Bachelor thesis, Ghent University. [pdf]

Quandt CA, Haelewaters D. 2021. Phylogenetic Advances in Leotiomycetes, an Understudied Clade of Taxonomically and Ecologically Diverse Fungi. pp. 284-294. In: Zaragoza Ó (ed.) Encyclopedia of Mycology, Volume 1. Elsevier, Oxford. https://doi.org/10.1016/B978-0-12-819990-9.00052-4 [pdf]

Stallman JK, Johnston PR, Lickey EB, Marlin M, Quandt CA, Melie T, Aime MC, Haelewaters D. Recent fieldwork and fungarium studies double known diversity of Chlorosplenium and improve understanding of species distributions. [Submitted manuscript, available upon request]